Hoe werkt het

Wetgevingen

Wetgeving e-mailcommunicatie

Het spamverbod in Nederland beschermt iedereen. Het maakt dus niet uit of iemand een ongevraagd elektronisch bericht verstuurt naar een privé persoon of naar een zakelijke instelling. Beide zijn verboden.

Verzenders van spamberichten

Als u berichten verstuurt zonder toestemming van de ontvanger, kunt u in overtreding zijn. Het gaat bij het spamverbod om berichten die overlast veroorzaken. Een persoonlijk bericht (dus geen wekelijkse commerciële nieuwsbrief) naar een persoon of bedrijf waar de verzender al contact mee heeft gehad, is dus geen probleem. De Telecommunicatiewet (Tw) noemt de volgende partijen verzenders:

  • de verzender die de feitelijke verzending verricht (op de verzendknop drukt)
  • de verzender die de afzender is (de opdrachtgever van de verzending)

Voor beide partijen gelden dus de regels uit de Tw, die het verzenden van spam verbieden.

Leveranciers van adresbestanden

Een leverancier van e-mailadressen of telefoonnummers kan in bepaalde gevallen de privacywetgeving overtreden. Het College bescherming persoonsgegevens houdt daar toezicht op. Ook is het mogelijk dat de leverancier van deze adressen als medepleger van het spamverbod door OPTA wordt beboet. Per overtreding zal OPTA bekijken welke partijen worden aangemerkt als overtreder.

Wettelijke eisen voor het verzenden van elektronische berichten

Wanneer u berichten verstuurt, moet u aan de volgende eisen voldoen:

  1. de ontvanger moet toestemming hebben gegeven
  2. de ontvanger moet zien van wie berichten afkomstig zijn
  3. de ontvanger moet zien hoe en bij wie hij zich kan afmelden als hij geen prijs meer stelt op ontvangst van deze berichten

1A. Voorafgaande expliciete toestemming vragen

Voordat u berichten mag versturen, moet de ontvanger u ‘uitdrukkelijk’ en ‘geïnformeerd’ toestemming geven. ‘Uitdrukkelijk’ betekent bijvoorbeeld dat een ontvanger zelf een kruisje op een (web)formulier moet zetten of 'ja' moet invullen. Een bepaling in de algemene voorwaarden is dus niet ‘uitdrukkelijk’. Ook vage beschrijvingen als 'u geeft toestemming voor de ontvangst van e-mails van dit bedrijf en partners' zijn niet ‘uitdrukkelijk’. Het moet duidelijk zijn waarvoor de ontvanger precies toestemming geeft.
U moet altijd kunnen aantonen dat u voorafgaande toestemming van de ontvanger heeft verkregen. Bepaalt u zelf hoe u dit invult.

1B. Adresbestanden gebruiken

U kunt adresbestanden alleen gebruiken wanneer u, de verzender, vooraf toestemming heeft gekregen om naar deze adressen (of telefoonnummers) elektronische berichten te versturen. Indien u geen bestaande klantrelatie heeft of geen expliciete toestemming kunt tonen, kunt u een adresbestand niet gebruiken.
U moet u goed laten voorlichten over de risico’s van het gebruik van een adresbestand van een ander. Vaak is dat niet legaal.

2. Werkelijke identiteit verzender noemen

U moet als verzender in elk verzonden elektronisch bericht uw werkelijke identiteit vermelden. Het gebruik van een alias of pseudoniem is niet toegestaan.

3. Afmeldmogelijkheid bieden

In ieder verzonden bericht moet de mogelijkheid staan tot afmelden. Ook al heeft de ontvanger eerder toestemming gegeven, U moet ontvangers deze mogelijkheid kosteloos en op gemakkelijke wijze aanbieden. Een uitgebreide vragenlijst voordat de afmelding rond is, is dus niet gemakkelijk.

(bron: OPTA)

Zoeken

Inloggen vaste klanten

Houd mij op de hoogte